9 december 2017 – Gisteren vond de opening plaats van de reizende fototentoonstelling ’50 jaar Marokkaanse migratie in Nederland’ in het stadhuis van Utrecht. De middag was zeer geslaagd.
Ongeveer 70 mensen luisterden eerst naar onder andere wethouder Diepeveen en naar de lezing van historicus Herman Obdeijn. Akil Lamdahhi wist de zaal te ontroeren en tegelijkertijd te laten lachen met zijn verhalen en anekdotes over zijn ervaringen als gastarbeider in de jaren ’70.
Herman Obdeijn: In 1961 waren er maar ‘ drie’ Marokkanen in Nederland. Anno 2017 wonen er meer dan 380 duizend Marokkaanse Nederlanders in Nederland. We moeten nu focuccen op onze gezamenlijke toekomst. Een samenleving die de transnationale identiteit negeert, de etniciteit van de migrant continu problematiseert en zijn loyaliteit wantrouwt, die een moraal propageert maar niet waarmaakt, dwingt tot het bouwen van verdedigingsmuren.
De eerste generatie Marokkanen die hierheen kwam wist niet eens waar Nederland op de wereldkaart lag, vertelt initiatief nemer Yildirim, die zelf van Turkse komaf is en eerder over Turkse migranten schreef. “Ze hadden alleen maar gehoord over Europa, waar je in korte tijd veel geld kon verdienen. Maar uiteindelijk hebben ze zich hier allemaal permanent gevestigd.”
Volgens Yildirim heeft de eerste generatie zowel financieel als cultureel ‘enorm’ bijgedragen aan de Nederlandse economie. “We hebben het nu in Nederland over een derde en vierde generatie. Dat zijn mensen die hier geboren en getogen zijn, mensen die vrijwilligerswerk doen of lid zijn van een politieke partij. Ze doen volledig mee in de samenleving. Maar voor de eerste generatie is geen aandacht meer, terwijl zij de pioniers waren.”
Het Atlas Cultureel Centrum wil niet dat verhalen uit die tijd verloren gaan. “Daarom hebben we het initiatief genomen om de verhalen vast te leggen en over te dragen aan de nieuwe generaties.”
Geïnteresseerden kunnen t/m 28 december de fototentoonstelling vrij bezichtigen in het stadhuis aan de Korte Minrebroederstraat. De entree is gratis. Na Utrecht reizen de portretten door naar onder meer Arnhem en Amsterdam.